Eerste vrouwelijke arts in België
Isala Van Diest (1842-1916) mag zichzelf de eerste vrouwelijke arts in België noemen. In 1879 behaalt ze haar doktersdiploma in het Zwitserse Bern, want in ons land mochten vrouwen nog geen academisch onderwijs volgen. Wanneer ze terugkeert naar België wordt haar diploma dan ook niet meteen erkend. Pas in 1884, nadat ze in het buitenland gewerkt heeft en extra examens heeft afgelegd in België, krijgt ze door een Koninklijk Besluit eindelijk toestemming om een praktijk te openen. Dat doet ze in 1886 in Brussel. In haar praktijk ontvangt ze voornamelijk vrouwelijke patiënten. Naast haar opvallende dokterscarrière, is Van Diest ook geëngageerd als sociaal en feministisch activist.
Anne Catherine Albertine Isala Van Diest wordt geboren te Leuven op 7 mei 1842 in een welgesteld doktersgezin met zeven kinderen. Isala is het vierde kind en groeit op in een ruimdenkende omgeving. De zes dochters Van Diest krijgen dezelfde opvoeding als de enige zoon. De kinderen gaan regelmatig mee op reis met hun moeder, wat hun blik op de wereld verruimt. Al op jonge leeftijd worden ze beïnvloed door de Britse progressieve kringen waar hun moeder Elisabeth Génie vaak contact mee heeft. Vader Pierre Joseph Van Diest is sociaal voelend en ziet zijn werk als een roeping, wat de kleine Isala vermoedelijk heeft geïnspireerd om geneeskunde te studeren.
Bron foto : WikiCommons
Om zich zo goed mogelijk voor te bereiden op universitaire studies volgt Isala Van Diest middelbaar onderwijs in het Zwitserse Bern. In België bestaat op dat moment namelijk nog geen hoger secundair onderwijs voor meisjes. Naar men vermoedt keert ze in 1873 terug naar België om zich in Leuven in te schrijven aan de faculteit geneeskunde. Dat blijkt een probleem. Van Diest is een vrouw en tot dan toe werden geen vrouwen toegelaten.
Van Diest krijgt de steun van verschillenden professoren, maar stuit op een njet van de rector, Monseigneur A. Namèche. Uit respect voor haar vader komt de rector wel op de proppen met een zogenaamd 'compromisvoorstel'. Van Diest kan de lessen fysiologie en verloskunde volgen, zodat ze vroedvrouw kan worden. Isala Van Diest voelt zich benadeeld en weigert resoluut om op dit voorstel in te gaan.
Dan maar elders op zoek. De Zwitserse universiteiten zetten in die periode de deuren open voor vrouwen die in eigen land geen toegang krijgen tot hogere studies. De meeste buitenlandse vrouwelijke studenten zijn er afkomstig uit Rusland, Polen en Engeland. Isala Van Diest wil zich eerst goed voorbereiden op wetenschappelijke, hogere studies en trekt hiervoor naar Duitsland om Duits, Latijn en wiskunde te studeren. In het zomersemester van 1874 begint Isala Van Diest vervolgens aan haar opleiding natuurwetenschappen aan de universiteit van Bern. Haar doctoraal proefschrift van 1876 handelt over een geneeskrachtige plant uit het Andes-gebergte, de Gonolobus Condurango. Men gaat er tot dan toe (ten onrechte zo blijkt) vanuit dat die plant stoffen bevat die kanker kunnen genezen.
Na haar doctoraal proefschrift concentreert Van Diest zich volledig op de geneeskunde. In mei 1879 behaalt ze op 37-jarige leeftijd haar doktersdiploma met een proefschrift over hygiëne in gevangenissen. Naar eigen zeggen is de keuze van haar onderwerp een voorwendsel om haar standpunt uiteen te zetten over criminaliteit en menselijkheid, en hervormingen in het penitentiaire systeem voor te stellen.
Over haar uiteindelijke keuze voor een studie medicijnen schrijft ze:
"Ik koos voor geneeskunde omdat ik goed besefte welke grote morele invloed je als arts kan uitoefenen op de vrouw. Terwijl je hun lichamelijk lijden verzacht, openen die vrouwen hun hart voor je. Ik zie de geneeskunde als een manier om vrouwen uit hun doffe berusting te halen, hen elkaar te laten helpen en hen sterker te maken opdat ze eisen waar ze recht op hebben"
Isala Van Diest staat bij het begin van haar carrière erg geïsoleerd als eerste en enige vrouwelijke arts in België. Een diploma op zak betekent voor haar niet dat alle deuren voor haar open gaan.
Van Diests oorspronkelijk plan is om meteen na haar studies een dokterspraktijk te beginnen in een land waar ze er minder alleen voor zou staan. Haar oog valt op Groot-Brittannië. Ze kent het land goed en de Britten kijken in die tijd niet meer vreemd op van een vrouwelijke arts. In 1866 startte pionier Elisabeth Garrett Anderson er al een medisch consultatiebureau, dat later omgevormd zou worden tot het New Hospital for Women. Het is in dat ziekenhuis dat Isala Van Diest in 1880 een aantal maanden aan de slag kan.
In 1882 keert Van Diest terug naar België, maar haar Zwitsers diploma wordt in ons land niet zomaar erkend. Ze wordt verplicht om bijkomende examens af te leggen. Ze volgt daarop de vakken verloskunde en chirurgie aan de ULB, die ondertussen (sinds 1880) ook vrouwelijke studenten toelaat.
In 1884 vestigt Van Diest zich definitief in Brussel. Eerst werkt ze als arts voor Le Refuge, een toevluchtsoord voor voormalige sekswerkers. Op 27 november 1884 volgt dan eindelijk de erkenning waar ze zolang op moest wachten. Er verschijnt in het Belgisch Staatsblad een Koninklijk Besluit dat Isala Van Diest toelating geeft om als eerste vrouw het beroep van arts uit te oefenen in België. Zes jaar later zou de wet van 10 april 1890 op de toekenning van de academische graden vrouwen definitief toegang verschaffen tot het beroep van arts of apotheker.
Vanaf 1886 bouwt Isala Van Diest geleidelijk aan een eigen praktijk uit in Brussel. Ze heeft nu wel de toestemming om het beroep uit te oefenen, toch zijn er nog hindernissen. Van Diest moet opboksen tegen heel wat vooroordelen zowel van patiënten als van collega's. In het begin behandelt ze meer buitenlandse patiënten dan Belgen, vooral Britten en Amerikanen voor wie vrouwelijke dokters geen rariteit meer zijn. Het duurt tot 1890 voor ze meer Belgische dan buitenlandse patiënten in haar dossiers kan waarnemen.
Van Diest verzorgt meestal vrouwen en kinderen. Dit komt deels vanuit haar eigen overtuiging dat vrouwen beter af zijn met vrouwelijke artsen, hoewel het deels ook het gevolg geweest zal zijn van de vooroordelen jegens een vrouwelijke arts. Het is aannemelijk dat vrouwen sneller aan het idee van een 'vrouw als dokter' konden wennen.
Geïnspireerd door Josephine Butler, engageert Van Diest zich in de strijd tegen internationale vrouwenhandel. Ze was lange tijd lid van de Société de Moralité Publique, een pluralistische vereniging opgericht in 1881. De vereniging ijverde voor het opdoeken van internationale vrouwenhandel en gereglementeerde prostitutie. Met haar steun richtten protestantse vrouwen Le Refuge op, een opvanghuis voor vrouwen die uit de prostitutie willen stappen maar verder geen financiële middelen hebben om in hun levensonderhoud te voorzien. Het pand lag aan de Vleurgatse Steenweg in Elsene. Van Diest was lid van het bestuur en stond in voor de medische verzorging van de opgevangen vrouwen. Van Diest was ook een medestander van de internationale abolitionistische beweging voor het uitbannen van prostitutie.
Isala Van Diest geldt als een fervent verdediger van vrouwenrechten. Tijdens haar verblijf als dokter in Groot-Brittannië komt ze in contact met het Britse feminisme van eind negentiende eeuw. Dit feminisme zal een grote indruk op haar maken. Rond 1890 wordt ze medestichter van een vereniging voor gelijke rechten van vrouwen, die zich later aan zal sluiten bij de Ligue Belge du Droit des Femmes. Gedurende enkele jaren is Van Diest erg actief binnen de Ligue.
In 1902 is Isala verplicht haar artsenpraktijk op te geven omdat haar ogen niet meer mee willen. Ze geeft daarop ook haar bestuursmandaten bij de Société de Moralité Publique en Le Refuge op en verhuist naar Knokke, samen met barones de Bieberstein, de vroegere voorzitter van Le Refuge.
In haar laatste levensjaren is Van Diest bijna blind. Ze leidt een zeer teruggetrokken bestaan en niemand lijkt haar nog echt te kennen. In 1914 eert de stad Antwerpen haar toch met het erevoorzitterschap van de tentoonstelling De Hedendaagse Vrouw.
Isala Van Diest overlijdt uiteindelijk in Knokke op 6 februari 1916.
In 2002 worden muntstukken van twee euro geslagen om Isala Van Diest en Marie Popelin te eren, naar aanleiding van de honderdste verjaardag van de eerste vrouwendag in België.
In 2020 wordt een onderzoeksgroep van de Universiteit van Antwerpen, die baanbrekend onderzoek verricht naar het vaginaal microbioom, vernoemd naar Isala Van Diest.