“Kinderopvang: een recht, geen privilege”, zo lezen we op de website van de Kinderopvangzaak. In het voorjaar van 2024 stapte een coalitie van negentien organisaties naar het Grondwettelijk Hof om de nieuwe voorrangsregels in de kinderopvang aan te vechten. Die regels gingen in op 1 april en laten veel gezinnen, waaronder de meest kwetsbare, in de steek omdat ze absolute voorrang geven aan gezinnen waarin de ouders samen minstens 80% werken. We spreken met Klara Segers, woordvoerder van de coalitie over het wat en waarom van de kinderopvangzaak, en hoe die een half jaar later verloopt.
We beginnen bij het begin. Wat veranderde er precies op 1 april 2024?
“Er gaat al jaren te weinig geld naar de kinderopvang. De sector verkeert in crisis en er is een enorm tekort aan plaatsen. In 2022 vond meer dan een derde van de ouders geen plaats in de kinderopvang. In plaats van te investeren in de sector om deze draaiende te houden en genoeg plaatsen te voorzien, installeerde de Vlaamse regering voorrangsregels in de zogenaamde ‘trap 2’. Dat is de gesubsidieerde en inkomensgerelateerde kinderopvang, waar maar liefst driekwart van de kinderen naartoe gaat. De impact van de nieuwe regels is dus ook op samenlevingsniveau bijzonder groot.
Volgens de nieuwe regels wordt 90% van de opvangplaatsen voorbehouden aan ouders die minstens viervijfde werken of een beroepsopleiding volgen. Bij een gezin met twee ouders wordt er gekeken naar het gemiddelde. Een gezin waarbij de ene ouder 50% werkt en de andere ouder 100% krijgt dus geen voorrang.
Vóór de ingang van de nieuwe regels moest elke kinderopvang zijn best doen om minstens 20% van de plaatsen vrij te houden voor gezinnen in een kwetsbare situatie. Met de nieuwe regels daalt dit aantal naar maximaal 10% en komen alleenstaande ouders of gezinnen met een laag inkomen simpelweg niet meer in aanmerking voor zulke plaatsen. Die zijn nu louter en alleen bedoeld voor gezinnen in ‘een moeilijke gezondheids- of welzijnssituatie’.”
Waarom is dat een probleem?
“Toegankelijke, kwalitatieve kinderopvang is een kinderrecht, een voorwaarde voor vrouwenemancipatie en gendergelijkheid, en een essentiële bron van steun voor ouders. Ondanks haar maatschappelijk belang wordt de Vlaamse kinderopvang al jaren ondergewaardeerd en ondergefinancierd. De voorrangsregels dragen enkel bij aan de malaise.
Toegang tot kinderopvang is belangrijk omdat het naast een economische functie ook een belangrijke opvoedkundige en sociale functie heeft.
Een kind naar de opvang kunnen brengen, betekent namelijk dat ouders kunnen werken, studeren of solliciteren. Maar ook dat kinderen zich goed kunnen ontwikkelen en dat gezinnen ruimte hebben om deel te nemen aan de samenleving. Een goede, kwalitatieve kinderopvang is daarom een belangrijk middel in de strijd tegen (kinder)armoede. Met de nieuwe voorrangsregels neemt de Vlaamse Regering het recht op kinderopvang af van veel gezinnen en maakt het van dat recht een privilege.”
Wie dreigt er allemaal uit de boot te vallen?
“De combinatie van langdurig plaatsgebrek en de strenge nieuwe voorrangsregels bedreigen de toegankelijkheid van de kinderopvang voor een grote groep ouders. Vooral vrouwen zullen hier het effect van voelen. Zij werken vaker deeltijds. Niet omdat ze dat willen, maar omdat ze niet anders kunnen. De twee meest voorkomende redenen voor deeltijds werk zijn zorg voor kinderen of andere afhankelijke personen, en onbeschikbaarheid van voltijdse contracten.
Door de nieuwe regels zullen vrouwen juist minder kunnen werken of helemaal moeten stoppen met hun werk omdat er geen opvang meer zal zijn voor hun kind. En zonder kinderopvang is het dan ook weer erg moeilijk om te gaan solliciteren. De redenering dat deze maatregel meer mensen aan het werk zou krijgen houdt dus geen steek. Het tegendeel zal gebeuren. Je moet voltijds werken voor een plek in de kinderopvang, maar je kan niet gaan solliciteren omdat je geen kinderopvang hebt… Een desastreuze vicieuze cirkel.
De nieuwe regels zetten bovendien de zorgsector, de dienstensector en de kinderopvangsector zelf onder druk. Het zijn sectoren waar voornamelijk vrouwen tewerkgesteld staan en waar 90% van de contracten deeltijds zijn. De situatie in die sectoren is al langer compleet onhaalbaar, niet alleen voor de mensen in die sectoren maar voor de volledige samenleving.”
Dus jullie stapten naar het Grondwettelijk Hof?
“Op 13 mei diende onze advocaten van het Progress Lawyers Network een verzoekschrift in bij het Grondwettelijk Hof. Het was een lijvig dossier van maar liefst 250 pagina’s. Daar moet de Vlaamse Regering nu antwoord op bieden, waarna onze coalitie mag reageren.
Ongeveer een jaar na het neerleggen van het verzoekschrift organiseert het Hof een zitting om alle betrokken partijen aan het woord te laten.
Nog eens een half jaar later verwachten we de uitspraak van het Hof. We zullen er alles aan doen om ervoor te zorgen dat het Grondwettelijk Hof deze regelgeving vernietigt. Een uitspraak van het Grondwettelijk Hof is definitief. Een vernietiging wil zeggen dat de regel afgeschaft wordt.
Wat gebeurt er als jullie coalitie de rechtszaak wint?
Als het Grondwettelijk Hof besluit om de voorrangsregels volledig of gedeeltelijk te vernietigen - en daarvoor zullen wij alles op alles zetten! - is er geen beroep meer mogelijk. Wel kan de regering ervoor kiezen om de regelgeving opnieuw in te voeren mits kleine aanpassingen, maar dit gebeurt zelden omdat het risico dan groot is dat het Grondwettelijk Hof het opnieuw vernietigt.
Een sterke publieke tegenstand kan de Vlaamse regering ontmoedigen om opnieuw discriminerende voorrangsregels in te voeren. Aanhoudende aandacht en financiële steun aan de kinderopvangzaak is hiervoor cruciaal. Daarom roepen we op om te doneren via de kinderopvangzaak.be.
De kinderopvangzaak wordt getrokken door een coalitie van twintig organisaties: de Vrouwenraad, D’n Opvang vzw, CKG Kapoentje vzw, het Vlaamse Patiëntenplatform, Netwerk tegen Armoede, Rebelle, Furia, Ella vzw, Grip vzw, het Humanistisch Verbond, Samenwerken aan kinderopvang Brussel, Eva BXL, ABVV, ACV, ACVLB, ZIJ-Kant, Femma, De Ketjes, Elmer vzw en Villa Boempatat.
Het Crisiskabinet Kinderopvang, het VCOK en de vzw Zorgt voor ons moeder steunen de zaak.
Afbeeldingen van Noëmi Willemen.