In de categorie RoSa luistert bespreken we interessante podcasts over gender en/of feminisme die ons opvallen, die we warm aanbevelen of die we kritisch onder de loep nemen. Deze keer delen we graag een aflevering van de podcast The Queer Is Yet To Come / Le queer est à venir. We luisterden naar aflevering vijf met professor en auteur Marnia Lazreg. Aan de hand van haar boek The Eloquence Of Silence: Algerian Women in Question (1994) vertelt zij het verhaal van Algerijnse vrouwen vóór, tijdens en na de Franse kolonisatie.
In de podcastaflevering “A look at the past: Women in colonized Algeria, silent or silenced?” van de reeks The queer is yet to come/ Le queer est à venir duikt de Algerijnse auteur en professor sociologie Marnia Lazreg in het vaak vergeten perspectief van Algerijnse vrouwen voor, tijdens en na de Franse kolonisatie (1830-1962). Haar boekThe Eloquence of Silence: Algerian Women in Question, voor het eerst gepubliceerd in 1994 en heruitgegeven in 2019, vind je terug in onze leeslijst over kolonialisme in de naam van vrouwenemancipatie. Het boek vormt het uitgangspunt voor haar kritische reflectie in deze podcastaflevering.
Lazreg laat zien hoe gender een belangrijke factor was binnen de koloniale machtsverhoudingen, vaak op manieren die weinig gehoord worden.
Lazreg opent met de stelling dat kolonialisme vandaag vaak gebanaliseerd wordt. In veel gesprekken wordt kolonialisme afgedaan als iets van lang geleden, een afgesloten hoofdstuk dat niet langer relevant zou zijn. Het idee leeft dat het verleden grotendeels verwerkt is. Tegelijkertijd groeit er in academische kringen een beweging die pleit voor het dekoloniseren van actuele kennis, een oproep waar Lazreg zich volledig in herkent. De vragen die zij op tafel legt, zijn: spreken we wel over de concrete ervaringen van kolonialisme? Over de werkelijke impact op mensenlevens?
Kolonialisme was een systeem met economische, politieke, juridische en culturele dimensies. Algerijnen leefden van 1881 tot hun onafhankelijkheid in 1962 onder de Code de l’Indigénat, een apart juridisch systeem dat hen uitsloot van burgerschap. Minstens even belangrijk is wie als autoriteit werd gezien in het maken en verspreiden van kennis tijdens de kolonisatie. Veel van de Algerijnse geschiedenis is verloren gegaan of soms begraven in ontoegankelijke archieven. Arabische manuscripten bleven lang onvertaald en werden pas veel later naar het Frans vertaald.
Binnen dat denkkader werden vrouwen gereduceerd tot stereotypes. Er zijn doorheen de geschiedenis, al zeker sinds de vijftiende eeuw, verschillende bekende en invloedrijke Algerijnse vrouwen geweest. Denk aan El Kahina en Lalla Fatma N’Soumer. Toch werden zij niet erkend in culturele beeldvorming en de dominante geschiedschrijving, vertelt Lazreg. Ze werden voorgesteld als occulte of mystieke figuren. In koloniale postkaarten en literatuur werden vrouwen geobjectiveerd, voorgesteld als danseressen of prostituees en gemodelleerd naar westerse fantasieën. Vooral tijdens de oorlogsjaren, in de zogenaamde 'bordels de campagne', werden vrouwen letterlijk geprofessionaliseerd tot prostituees.
Onderwijs was amper toegankelijk, waardoor veel vrouwen de taal van de kolonisator niet spraken en zich dus niet konden verdedigen. Ze werden beroofd van hun stem, maar ook van hun zelfbeeld, jeugd en geschiedenis. Lazreg haalt persoonlijke verhalen aan om dit zichtbaar te maken.
Volgens Marnia Lazreg groeien vrouwen onder koloniale onderdrukking vaak op met een kritische houding. Toch leeft het kolonialisme voort in de manier waarop vrouwen gehoord of juist niet gehoord worden. Lazreg neemt zichzelf als voorbeeld en vertelt dat ze botst op literatuur die moslimvrouwen onderdrukt. Wanneer een Algerijnse vrouw zich uitspreekt, komt ze vaak tussen twee vuren te zitten. In de ogen van mensen met een niet-westerse achtergrond, kan ze snel gezien worden als spreekbuis van het Westen. In het westen zit ze dan weer gevangen in het stereotiepe beeld van de onderdrukte moslima. In veel niet-westerse contexten kan feministische kritiek van vrouwen gezien worden als ‘westers’ of ‘ontrouw aan de eigen cultuur’. Volgens Lazreg kan het feministisch discours over vrouwenonderdrukking kortom leiden tot het idee dat westerse ideeën worden nagevolgd. In het Westen worden deze vrouwen gereduceerd tot slachtoffer, en in de eigen culturele context kan dit overkomen als westers feministisch discours. Opnieuw wordt haar stem gemarginaliseerd. Dit noemt Lazreg the eloquence of silence: de stilte die ontstaat wanneer vrouwen niet vrij zijn om gehoord te worden zoals ze eigenlijk zouden willen.
Marnia Lazreg benadrukt op het einde hoe belangrijk het is dat vrouwen onafhankelijk blijven denken, want ze worden vaak gebruikt in bredere politieke of ideologische strijd tussen mannen. Algerijnse vrouwen stonden altijd in het midden van deze conflicten, maar hebben zichtbaar of onzichtbaar altijd teruggevochten.