hier komen promoties & acties

Jaaroverzicht 2024 I: De zaak Julie Van Espen en Pelicot

In januari blikt RoSa traditiegetrouw terug op het voorbije jaar. Ook 2024 bleek een opvallend gewelddadig jaar op verschillende plaatsen ter wereld. Oorlog, genocide en verkrachting domineerden de actualiteit. In ons jaaroverzicht duikt RoSa deze week dieper in twee thema’s die het publieke debat in onze contreien hebben beïnvloed: de zaak Julie Van Espen en de zaak Pelicot in Frankrijk. Volgende week zoomen we dan weer in op twee onderwerpen die in onze media net maar weinig aan bod kwamen: het genocidaal en seksueel geweld in Soedan en de Democratische Republiek Congo.

Gepubliceerd op 23/01/2025

Structureel seksueel geweld en een falend rechtssysteem

Zowel de zaak Julie Van Espen als de Franse casus Pelicot zijn ons in België welbekend. Beide kwamen uitgebreid in de media en bewogen het publieke debat. Het zijn dan ook twee exemplaire verkrachtingszaken die enerzijds de structurele aard van seksueel geweld blootleggen en anderzijds wijzen op het tekortschieten van onze rechtssystemen in de bestrijding van seksueel geweld.

Beide zaken maken op pijnlijke wijze duidelijk dat seksueel geweld een structurele problematiek vormt en geen uitzonderlijke en tragische gebeurtenissen, die slachtoffers overkomen door buitengewoon ziekelijke daders. De cijfers inzake seksueel geweld - die bovendien slechts een tipje van de sluier tonen - laten niet alleen zien dat er veel slachtoffers zijn, maar ook dat er meer daders zijn dan we graag willen geloven. Ze leven tussen ons, maken deel uit van onze vriendenkring, onze collega’s en onze familie. De barre realiteit is dat seksueel geweld helemaal niet uitzonderlijk is. Het is nauw verweven met structurele genderongelijkheid en met een diepgewortelde cultuur van seksisme en seksuele objectivering die in zowat alle lagen van de samenleving en op alle plekken in de wereld voortkomt.

Tegelijker onthullen de hierboven genoemde zaken hoe rechtssystemen falen om seksueel geweld tegen te gaan. In het geval van Julie Van Espen kon een recidiverende dader jarenlang ongestraft rondlopen en een dodelijk slachtoffer maken door een overbevraagd en tergend traag rechtssysteem. In de zaak Pelicot liet het Frans seksueel strafrecht fundamenteel te wensen over: een gebrek aan expliciete erkenning van ‘seks zonder toestemming’ als verkrachting bood juridische argumenten aan daders die zich vergrepen aan een bewusteloos slachtoffer en voedde een discours van victim blaming en verkrachtingsmythes in de rechtszaal.

Terwijl Julie Van Espen slachtoffer werd van een falend Belgisch rechtssysteem, werd Gisèle Pelicot in Frankrijk niet alleen door haar man, maar ook door een cultuur van minimalisering, normalisering en vergoelijking van seksueel geweld verraden.

Deze verhalen zijn meer dan individuele tragedies; ze houden onze samenleving een spiegel voor over onze cultuur en onze systemen, die beiden een grondige hervorming behoeven.

De zaak Pelicot

Een van de grootste verkrachtingszaken in de Franse geschiedenis kwam aan het licht in 2020, toen Dominique Pelicot betrapt werd bij het maken van up-skirt beelden van verschillende vrouwen in een lokale supermarkt. De politie deed naar aanleiding van deze feiten een huiszoeking en vond zo’n 20.000 foto’s en video’s van hoe Gisèle Pelicot, zijn toenmalige vrouw, seksueel misbruikt werd. Uit onderzoek bleek dat Gisèle negen jaar lang werd gedrogeerd door Dominique, waarna hij haar verkrachtte of liet verkrachten door meer dan zeventig mannen die hij rekruteerde via een chatbox op de Franse website Coco.fr. De chatbox had de veelzeggende naam ‘A son insu’, wat zoveel betekent als ‘Zonder haar medeweten’. Er werden in totaal vijftig mannen geïdentificeerd die allemaal, net als Domique Pelicot, schuldig werden bevonden aan verkrachting, poging tot verkrachting of aanranding. De daders kregen celstraffen tussen drie en twintig jaar.

Tijdens het proces nam Gisèle de beslissing om de rechtszaak in de openbaarheid te laten voeren en geen beroep te doen op haar recht op anonimiteit. Een dappere beslissing die Gisèle, in tegenstelling tot heel wat andere slachtoffers van seksueel geweld, kon nemen dankzij de overweldigende hoeveelheid bewijs. Tijdens het proces droeg Gisèle de krachtige boodschap uit dat niet zij, maar de daders zich zouden moeten schamen. Ze werd na afloop door heel wat publieke en politieke figuren bedankt voor haar moed, openheid en (veer)kracht en kreeg zo de status van feministisch icoon in de strijd tegen seksueel geweld

De zaak Pelicot vond plaats in Frankrijk, waar jaarlijks 110.000 slachtoffers van seksueel geweld vallen. 10% van de slachtoffers doet aangifte bij de politie, maar liefst 94% van deze klachten wordt afgewezen, dikwijls door een gebrek aan bewijsmateriaal. Bovendien ligt de veroordelingsgraad van plegers bijzonder laag, wat maakt dat veel daders ongestraft blijven. Heel wat critici en media spreken dan ook van een verkrachtingscultuur. Die kan worden geïllustreerd door het feit dat in het Franse seksueel strafrecht enkel ‘geweld, dwang, verrassing of bedreiging’ worden beschreven als voorwaarden voor verkrachting. Een gebrek aan toestemming – doorveel Europese landen de afgelopen jaren opgenomen in hun seksueel strafrecht – is in Frankrijk dus geen voorwaarde om te kunnen spreken van verkrachting. eel wat daders gebruikten dit argument dan ook om in beroep te gaan tegen hun straf: aangezien Gisèle nooit had geprotesteerd of ‘nee’ had gezegd, kon er volgens hen geen sprake zijn van verkrachting.

Bovendien had Dominique Pelicot geen dark web of mysterieuze chatrooms nodig om daders te ronselen, die vond hij gewoon via de chatbox van een website die in 2003 was opgericht als ‘onschuldige datingsite’. Uit later onderzoek blijkt dat geweld tegen vrouwen er werd verheerlijkt: Dominique werd bewonderd door andere mannen ‘die ervan droomden hetzelfde te doen met hun vrouw’ en er werden volop naaktbeelden van partners gedeeld, net als fantasieën waarin vrouwen seksueel vernederd worden. De website werd in juni 2024 afgesloten door de politie, maar ondertussen doken er al heel wat nieuwe, even schimmige websites op. Zo bracht een Duits onderzoek verschillende rape chats aan het licht op Telegram: meer dan 70.000 mannen uit verschillende landen deelden tips over hoe ze het best vrouwen kunnen misbruiken, deelden (live)video’s en verhalen van seksueel misbruik en geweld en raadden webshops aan waar bedwelmende middelen werden verkocht als haarproducten.

De zaak Pelicot bevestigt nogmaals wat onderzoek al lang zegt: de meest onveilige plaats voor een vrouw, is haar eigen huis. Toch houdt de mythe dat seksueel geweld wordt gepleegd door uitzonderlijke, gestoorde psychopaten en wildvreemden in donkere steegjes hardnekkig stand. De zaak Pelicot maakt dat pijnlijk duidelijk: veel van de maatschappelijke verontwaardiging omtrent deze zaak, komt voort uit de banaliteit van de daders, stuk voor stuk mannen met gewone beroepen waarvan er heel wat werden gezien als toegewijde (groot)vaders en echtgenoten. De publieke verontwaardiging is groot (zo schreven meer dan 200 bekende Fransmannen een open brief om andere mannen op te roepen tot introspectie), maar toch hebben heel wat mannen het gevoel dat deze zaak niet over hen gaat, omdat ze deze zaak als bizar, extreem en uitzonderlijk zien. De zaak Pelicot fungeert in dat opzicht als een vergrootglas voor een kwalijke, dominante vorm en uiting van mannelijkheid:

De grote impact van de zaak Pelicot valt niet te ontkennen. Tijdens het proces kwamen duizenden mensen op straat om te betogen tegen seksueel geweld en legden veel vrouwen alsnog klacht neer tegen seksueel geweld waarvan ze in het verleden slachtoffer werden. De Franse overheid kondigde een campagne tegen drogering aan, kondigde een experiment aan met kits waarmee je je bloed kan checken op de aanwezigheid van drugs, en riep op tot meer ‘blijf van mijn lijf huizen’. Feministische organisaties wijzen dan weer op de noodzaak aan kwalitatieve relationele en seksuele vorming voor alle kinderen en jongeren, goede zorg voor slachtoffers van seksueel geweld, betere protocollen voor hulpverleners zoals politie en artsen, een betere aanpak van plegers en de hervorming van het seksueel strafrecht.

Naar aanleiding van de zaak-Pelicot dienden parlementsleden Marie-Charlotte Garin en Véronique Riotton effectief een wetsvoorstel in om toestemming op te nemen in het Franse strafrecht en zo de criminele definitie van verkrachting te verbreden. "Toestemming moet specifiek uitgesproken worden op een vrije manier", zegt vice-voorzitter van de delegatie voor vrouwenrechten Marie-Charlotte Garin hierover. "Het mag niet worden afgeleid uit de context of door gebrek aan verzet. En de toestemming mag ook op elk moment ingetrokken worden."

Een historisch vonnis na de moord op Julie Van Espen

Op 4 mei 2019 wordt de 23-jarige student Julie Van Espen vermoord door Steve Bakelmans, een veroordeelde serieverkrachter. Wanneer haar lichaam wordt aangetroffen in het Albertkanaal in Antwerpen is België in shock. Talloze jonge vrouwen herkennen zichzelf in Julie, die met haar fiets onderweg was naar haar vrienden, en in Antwerpen komen meer dan 15.000 mensen samen om haar te herdenken in een stille mars. Ze kaarten ook seksueel geweld tegen vrouwen aan, en roepen Justitie op tot verantwoording en rechtvaardigheid. Bakelmans was namelijk al meermaals veroordeeld voor geweld- en zedenmisdrijven en liep alsnog op vrije voeten: zijn aanhouding voor een verkrachting in 2017 werd pas 23 maanden later bevolen door de rechtbank, nadat Bakelmans in beroep ging, en in die tijdspanne heeft hij Van Espen kunnen vermoorden. 

Omdat een rapport van de Hoge Raad van Justitie aantoont dat er fouten zijn gemaakt door Justitie in het dossier van Bakelmans, klaagt de familie van Van Espen de Belgische Staat aan in 2024. Zij concluderen uit het rapport dat het dossier van Bakelmans niet met de nodige prioriteit en niet binnen een redelijke termijn behandeld werd door een jarenlange verwaarlozing van Justitie door de Belgische staat. De familie stelt dat een tekort aan middelen en mensen mee aan de oorzaak ligt van de lange doorlooptijd (23 maanden) van Bakelmans’ beroep, en aan het ontbreken van cruciale informatie over Bakelmans in zijn dossier. Verder zou dit tekort ook geleid hebben tot de sluiting van de kamer die o.a. over het dossier van Bakelmans moest beslissen. Zijn en 76 andere dossiers werden niet doorgegeven aan een andere kamer, en werden ook niet gescreend op urgentie. Dat is volgens de advocaten van de familie Van Espen onwettig. 

De advocaten van de Belgische staat erkennen enkele van de opgelijste fouten, maar betwisten het oorzakelijk verband tussen de fouten en de moord op Van Espen. Zij stellen dat dit rapport niet als juridisch argument kan gebruikt worden, omdat een ‘loutere waarschijnlijkheid’ niet volstaat. Ze trekken het personeelstekort als oorzaak van de gemaakte fouten in het dossier van Bakelmans ook in twijfel. 

Meer dan vijf jaar na haar dood spreekt de Brusselse rechtbank zich op 19 december 2024 uit: de Belgische staat is aansprakelijk voor de verkrachting en moord op Julie Van Espen. De rechtbank stelt dat het Hof van beroep van Antwerpen fouten heeft gemaakt waardoor het proces in hoger beroep in de eerdere zedenzaak tegen Steve Bakelmans te lang aansleepte:

De persmagistraat voegt hier aan toe dat er volgens de rechtbank geen absolute zekerheid is dat Bakelmans zonder die fouten van zijn vrijheid beroofd zou zijn op 4 mei 2019 en de moord van Julie daardoor voorkomen had kunnen worden.

De familie Van Espen reageert opgelucht op het vonnis:

De familie ontvangt een symbolische schadevergoeding van 1 euro en krijgt op 31 december 2024 excuses van Justitie. Ontslagnemend minister van Justitie Van Tigchelt excuseert zich voor “de fouten die Justitie maakte en de verantwoordelijkheid die Justitie daardoor draagt in het overlijden van Julie Van Espen”. Hij biedt ook “excuses voor het immense en onherstelbare leed dat de familie werd aangedaan”. De advocaat van Van Espen noemt deze excuses historisch en helend, en zegt dat de familie niet in beroep gaat maar hun strijd voor een efficiëntere Justitie en betere behandeling en opvolging van plegers van seksueel geweld voortzet:

Ondanks dit vonnis blijkt dat de manier waarop Justitie handelt in zaken van seksueel geweld veraf staat van wat volgens veel Belgen rechtvaardig of ernstig te nemen is. In dezelfde maand raakt bekend dat het Brussels parket geen straf eist voor een Brusselse barman die verdacht wordt van twee verkrachtingen. De beklaagde gaf toe dat hij seks had met de twee vrouwen, maar ontkende dat het om verkrachting ging. Het parket gaf aan dat de vrouwen dronken waren en niet in staat waren om toestemming te geven. De openbaar aanklager stelde dat de beklaagde al voldoende werd gestraft op sociale media nadat zijn identiteit en adres online werden verspreid. Hoewel de uitspraak in de zaak Van Espen tegen de Belgische staat historisch en ongezien is, is de strijd tegen seksueel geweld dus nog lang niet gestreden.



In de pers:

Meer weten?

Aanraders uit de RoSa-bibliotheek:

Bron hoofdafbeelding en banner: Izabela Markova

#Nieuwsbrief #Pers:pectief #Jaaroverzicht #2024 #RoSaSchrijft #Gender #Structureel #Seksueel #Geweld #Rolpatronen #Mannelijkheid #Vrouwelijkheid #België #Frankrijk #Pelicot

Op de hoogte blijven van RoSa thema's en actua?

Ontvang onze tweewekelijkse Pers:pectief waarin we een actueel of onderbelicht thema bespreken vanuit een genderperspectief, of kies voor onze driemaandelijkse Uitgelezen met tal van boekrecensies, interviews, de nieuwste aanwinsten in onze almaar groeiende collectie en nog veel meer, telkens rond één specifiek thema.

Schrijf je in