Amerikaanse sekswerker en pionier van de beweging voor de rechten van sekswerkers dankzij haar levenslange strijd voor decriminalisering
Margo St. James (1937-2021) gaat op haar 25 aan de slag als sekswerker en richt vervolgens zowel COYOTE op, een organisatie die pleit voor de decriminalisering van sekswerk, als een kliniek waar medische en sociale diensten worden aangeboden aan sekswerkers en hun families.
Margo St. James wordt op 12 november 1937 geboren als Margaret St. James in Washington in de Verenigde Staten. Terwijl ze nog op de middelbare school zit, trouwt ze en krijgt ze een kind. Op school ontwikkelt St. James een liefde voor schilderkunst en het realisme. Haar laatste jaar op de middelbare school tekent en ontwerpt ze zelf het jaarboek. Op twintigjarige leeftijd, na een huwelijk van twee jaar, scheidt ze van haar man en vertrekt ze naar San Fransisco om een kunstopleiding te volgen.
Terwijl ze studeert, werkt ze ook als kelner. Haar leven in San Francisco verloopt tumultueus; haar schilderijen gaan deels verloren door een inbraak en later ook door een brand in haar studio. Ze woont er met een vriend in een appartement, een plek die voor velen een aangewezen ontmoetingsplaats wordt. In 1962 wordt ze plots gearresteerd op verdenking van prostitutie. Door de stroom aan bezoek van vrienden en gelijkgezinden in haar appartement, hield de politie haar al even in de gaten. Later, in 1988, schrijft ze in het voorwoord van A Vindication of the Rights of Whores, een boek van haar goede vriendin Gail Pheterson, hoe ze effectief ook veroordeeld wordt voor prostitutie door een misogyne rechter. Tijdens het proces ontkent ze de beschuldigingen nog: “Your Honor, I’ve never turned a trick in my life!”. De rechter pleit vervolgens dat iemand die over zo’n taalgebruik beschikt, overduidelijk een sekswerker moet zijn. Ze stelt dat deze ervaring het begin is van haar persoonlijke ontwikkeling tot feminist en activist.
De verontwaardiging die ze voelt over haar arrestatie en het proces leidt haar tot de beslissing om rechten te gaan studeren na haar vonnis. Hoewel ze de opleiding niet afwerkt, slaagt ze erin om met haar vergaarde kennis succesvol in beroep te gaan tegen haar veroordeling. Vervolgens besluit St. James om daadwerkelijk aan de slag te gaan als sekswerker. Daarnaast werkt ze ook als een van de eerste en weinige vrouwelijke privédetectives in Californië.
“The difference for me was that I chose to become a feminist, but I decided to work as a prostitute.”
In 1972 neemt St. James deel aan een samenkomst van Whores, Housewives and Others, afgekort WHO, waarbij Others refereert naar lesbiennes. Een jaar na haar deelname richt ze zelf een zusterorganisatie op, genaamd COYOTE, die streeft naar de decriminalisering van sekswerk . COYOTE, waarvan de naam staat voor Call Off Your Old Tired Ethics, biedt rechtsbijstand aan sekswerkers. Haar leden, onder andere sekswerkers, feministen, advocaten, intellectuelen en politici, pleiten voor een betere gezondheidszorg en financiële zekerheid voor sekswerkers, evenals het einde van strafrechtelijke vervolging van het beroep. Vijf jaar lang publiceert de organisatie een nieuwsbrief getiteld ‘COYOTE Howls’ waarin zowel nationaal als internationaal nieuws over sekswerk verschijnt. Daarnaast bevatten de publicaties ook onderzoeken, persoonlijke verhalen, artikelen over feministische theorie en tekeningen van cartoonisten.
In 1974 organiseert St. James het eerste ‘Hookers Ball’, een gala voor iedereen in de sector met ongeveer 200 aanwezigen. Vier jaar later is het extravagante evenement in Cow Palace enorm populair: het brengt tot 20.000 gasten op de been en resulteert in een opbrengst van ongeveer 180.000 euro. Die gebruikt St. James om de werking van COYOTE en de productie van de nieuwsbrief te financieren. De poster voor de vijfde editie van het bal beeldt een naakte vrouw af en belooft animatie in de vorm van poppen, glitter, flitslichten, nonnen, heksen, tovenaars en meer. Aanwezigen komen schaars en excentriek gekleed, en St. James maakt een indrukwekkende entree op een olifant.
Het werk van COYOTE beperkt zich al gauw niet louter tot San Francisco maar verspreidt zich doorheen het de Verenigde Staten, met het ontstaan van meerdere zusterorganisaties zoals ASP (Association of Seattle Prostitutes), PUMA (Prostitutes Union of Massachusetts), PONY (Prostitutes of New York) en HIRE (Hooking is Real Employment) in Atlanta.
St. James beschouwt zichzelf als een sex-positive feminist. Voor haar betekent dat dat sekswerk en pornografie feministisch en emanciperend kunnen zijn. Haaks op die visie staat in een die tijd dominant radicaal feminisme. Radicaal feministen stellen dat de ondergeschikte positie van de vrouw in stand gehouden wordt door mannelijke dominantie en controle over het vrouwelijke lichaam en de vrouwelijke seksualiteit. In de jaren 1970 en 1980 ontstaat er een ware strijd tussen liberale, sex-positive feministen en radicale feministen, in de latere geschiedschrijving bekend als de fameuze sex wars. De radicaal feministen maken deel uit van een anti-pornografie beweging en stellen dat sekswerk en pornografie een vorm van geweld zijn tegenover de vrouw en patriarchale onderdrukking in stand houden. Tijdens de verhitte feministische debatten over sekswerk werkt de groeiende conservatieve zijde de inspanningen van St. James tegen.
Ondanks de populariteit van het Hookers’ Ball en de aanwezigheid van politici en de sheriff, blijkt structurele verandering in de strijd voor decriminalisering toch moeilijk. St. James besluit zich vervolgens toe te leggen op de internationalisering van haar werk als activist. Ze bezoekt meerdere conferenties in Zuid-Amerika en Europa, waaronder de eerste editie van het International Tribunal on Crimes Against Women in Brussel in 1976.
Haar originaliteit, humor en onconventionele aanpak vallen op, zeker wanneer ze zich in 1980 kandidaat stelt voor de republikeinen voor de Amerikaanse presidentsverkiezingen. In 1985 verhuist ze naar Frankrijk en organiseert ze het eerste World Whores Congress in Amsterdam. Op dit congres wordt een charter voor de rechten van sekswerkers voorgelegd, waarin onder andere wetten, mensenrechten, arbeidsomstandigheden, gezondheid en belastingen besproken worden.
In Frankrijk werkt St. James verder aan sensibilisering en AIDS preventie. Ook schrijft ze hier het voorwoord voor A Vindication of the Rights of Whores van Gail Pheterson.
In 1992 bezoekt Paul Avery, een goede vriend van St. James, haar in Frankrijk en wat later trouwen ze. Hij is een misdaadverslaggever uit San Francisco en lijdt aan COPD, een longziekte. De twee verhuizen een jaar later terug naar de Verenigde Staten.
Aan het eind van de jaren 1990 richt St. James, samen met Priscilla Alexander en andere leden van COYOTE, de St. James Infirmary (STJ) op in het Tenderloin District van San Francisco. Dit medisch centrum, dat gerund wordt door sekswerkers, biedt gezondheidszorg en sociale diensten aan sekswerkers en hun families. Zo lanceert STJ het Taimon Booton Navigation Center (TBNC), een huisvestingsprogramma voor en door sekswerkers, trans- en gender nonconforming personen. In 2023 sloot de St. James Infirmary na 25 jaar, maar veel van de organisaties en initiatieven zoals TBNC zijn vandaag nog actief en hebben een grote impact op het fysiek en mentaal welzijn van talloze sekswerkers.
Op 83-jarige leeftijd overlijdt Margo St. James in Bellingham, Washington, de stad waar ze als kind opgroeide. De invloed die ze heeft gehad op de destigmatisering en het welzijn van sekswerkers is vandaag nog duidelijk te voelen. Ze is een icoon voor sex positive feministen en heeft een diepgaande, positieve impact gehad op haar gemeenschap en de samenleving.