hier komen promoties & acties

13.03 | Trans personen in de sport

RoSa vzw belicht elke twee weken een specifiek gendergerelateerd thema of bespreekt de genderdimensie van een actueel of onderbelicht onderwerp. Deze week bespreken we, naar aanleiding van een van de presidentiële decreten van Donald Trump, de positie van trans personen in de sport.

Gepubliceerd op 13/03/2025

Exclusie van trans personen uit Amerikaanse vrouwensport

Op 5 februari 2025, niet toevallig de Amerikaanse Women and Girls in Sports Day, ondertekende president Donald Trump het “Keeping men out of women’s sports” decreet dat trans atleten wil bannen uit vrouwensport in de Verenigde Staten. Dit decreet is geen geïsoleerde aanval op de rechten van trans personen. Zo wil Trump onder andere werk maken van de overplaatsing van trans vrouwen naar mannengevangenissen, het bannen van trans personen uit het Amerikaanse leger, het elimineren van overheidsinformatie over gender en het tegenhouden van genderbevestigende zorg, zoals puberteitsblokkers en hormoontherapie, aan personen jonger dan 19 jaar

Het presidentieel decreet zou in eerste instantie enkel gelden voor instellingen die kunnen rekenen op staatssteun, zoals scholen en universiteiten, die deze steun zouden verliezen wanneer ze trans vrouwen en trans meisjes laten deelnemen aan vrouwencompetities. President Trump zou die regel al snel willen uitbreiden om de exclusie van trans atleten in de vrouwensport federaal te verankeren. Zo riep het Amerikaanse ministerie van buitenlandse zaken ambtenaren wereldwijd op om geen visa goed te keuren voor trans atleten die naar de Verenigde Staten willen reizen om deel te nemen aan sportwedstrijden. Ambtenaren zouden dit moeten doen door aan te geven dat er sprake is van permanent fraud: daarbij wordt geoordeeld dat atleten fraude plegen omdat ze hun geslacht zogenaamd foutief aangeven wanneer ze dat doen op basis van een genderidentiteit die niet overeenkomt met het juridische geslacht dat hen toegewezen werd bij geboorte. Deze permanent fraud weegt zwaarder door dan een ‘gewone’ afkeuring van een visumaanvraag en zorgt voor een levenslange exclusie uit de Verenigde Staten. Dat betekent onder meer dat trans atleten volledig uitgesloten zouden worden van de Olympische Spelen die in 2028 worden georganiseerd in Los Angeles.

Ondanks het feit dat het decreet werd tegenhouden in de senaat (er waren negen stemmen te weinig om het decreet in voege te laten treden), heeft het effectieve gevolgen voor heel wat trans atleten. Zo besliste de National Collegiate Athletic Association (NCAA), de vereniging die meer dan 500.000 student-atleten vertegenwoordigt, op 6/02/2025 dat trans atleten volledig worden uitgesloten van universitaire vrouwencompetitie. Dat beleid is een zware verstrenging van voorgaande regels en sluit met onmiddellijke ingang trans studenten volledig uit van deelname aan vrouwencompetities.

Controle op vrouwenlichamen versus eerlijke en veilige competitie

Niet enkel in de Verenigde Staten ligt de aanwezigheid van trans personen in de sport onder vuur. Opvallend is dat dit debat meestal gaat over de aanwezigheid van trans vrouwen in vrouwencompetities, en niet over de aanwezigheid van trans mannen in mannencompetities omdat zij geen fysiek voordeel zouden hebben ten opzichte van cis mannen. De focus op trans vrouwen ligt echter ook in lijn met de lange geschiedenis van de vrouwensport: vanaf het moment dat vrouwen werden toegelaten tot (top)sport, werden atleten met bijzondere prestaties of wiens uiterlijk ‘niet vrouwelijk genoeg’ was, uitgesloten of gediskwalificeerd.

Velen legitimeren deze specifieke aandacht voor trans vrouwen ten eerste met het argument dat trans vrouwen een oneerlijk competitief voordeel zouden hebben door lichamelijke verschillen, zoals het doormaken van een mannelijke puberteit met hogere testosteronniveaus. Men gaat er vanuit dat deze fysieke verschillen gegarandeerd zorgen voor sportieve successen die evenredig zijn aan die van cis mannen. Onderzoek wijst echter uit dat er meer dan 200 genetische factoren zijn die een impact hebben op sportprestaties. Cis vrouwen hebben in sommige sporten, zoals langeafstandszwemmen, een competitief voordeel ten opzichte van cis mannen. Trans vrouwen hebben niet in elke sport, zoals bijvoorbeeld ballet, een fysiek voordeel ten opzichte van cis vrouwen. Hoewel er wel degelijk fysieke verschillen bestaan tussen trans en cis vrouwen, gaat het gelijkstellen van de deelname van trans vrouwen met oneerlijke competitie te kort door de bocht. Ten tweede wordt de specifieke aandacht voor trans vrouwen ook vaak gelegitimeerd met het argument dat de aanwezigheid van trans vrouwen de veiligheid van cis vrouwen in gevaar zou brengen. Dit argument wordt echter niet altijd consequent toegepast: zo worden trans vrouwen volledig uitgesloten van rugbywedstrijden, zogenaamd om de veiligheid van cis vrouwen te garanderen, maar trainen vrouwen en mannen wel vaak samen om de fysieke kracht van vrouwen te vergroten. Bovendien wordt er zelden rekening gehouden met de veiligheid van trans mannen binnen mannencompetitie. 

Gebrekkig en beperkt onderzoek

Op dit moment weten we bijzonder weinig over mogelijke competitieve voordelen van trans atleten. Het eerste grote probleem is de beperkte hoeveelheid onderzoek. Zo er is te weinig onderzoek dat aantoont wat het effect is van de onderdrukking van testosteron op sportieve prestaties van trans vrouwen en zijn er zeer weinig studies die kunnen concluderen dat trans vrouwen beter presteren dan cis vrouwen. Bestaand onderzoek wordt bovendien vaak tegengesproken door andere internationale studies die concluderen dat de prestaties van trans en cis vrouwen in heel wat sporten vergelijkbaar zijn en dat trans vrouwen dus geen oneerlijk competitief voordeel zouden hebben ten opzichte van cis vrouwen. Zo weten we bijvoorbeeld dat het aantal rode bloedcellen, belangrijk voor zuurstoftransport naar de spieren en dus belangrijk voor het uithoudingsvermogen, bij trans vrouwen vergelijkbaar is met dat van cis vrouwen wanneer hun testosteron vier maanden wordt onderdrukt.

Het tweede grote probleem is de kwaliteit van het bestaand onderzoek. Zo worden atletische trans vrouwen in onderzoek vaak vergeleken met cis vrouwen die niet atletisch zijn of met atletische cis mannen, maar beide vergelijkingen zijn ongepast en veroorzaken conclusies die niet toepasbaar zijn op atletische trans vrouwen. Daarnaast worden de effecten van hormoontherapie bijna uitsluitend onderzocht bij de gemiddelde populatie, en niet bij getrainde trans atleten. Dat zorgt voor gebrekkige conclusies, te meer omdat dit soort onderzoek doorgaans wordt uitgevoerd bij individuen die hormonen nemen om hun prestaties te verbeteren, en niet bij personen die hormonen nemen omwille van een fysieke transitie. Bovendien onderzoeken studies heel vaak enkel biologische en fysiologische kenmerken, maar wordt er zelden rekening gehouden met socioculturele factoren zoals discriminatie, seksisme, ongelijke middelen, transfobie, seksueel geweld, enzovoort, terwijl die factoren een grote impact hebben op sportprestaties.

Steeds strengere inclusiecriteria in topsport

Het beperkte en gebrekkige onderzoek zorgt ervoor dat heel wat inclusiecriteria voor trans atleten arbitrair zijn opgesteld. Voor trans mannen volstaat het bijvoorbeeld vaak om twee documenten voor te leggen om deel te kunnen nemen aan topsportwedstrijden voor mannen: een geschreven verklaring van hun mannelijke genderidentiteit en een ondertekend document waarin ze de risico’s van mannencompetitie erkennen. 

Voor trans vrouwen zijn er doorgaans meer vereisten. Zo mogen trans vrouwen bij verschillende topsportwedstrijden, zoals atletiek, wielrennen en zwemmen, enkel deelnemen aan vrouwencompetitie wanneer ze in fysieke transitie zijn gegaan voor de leeftijd van twaalf jaar of voor het bereiken van Tanner Stage 2 (= de periode in de puberteit die het begin van fysieke veranderingen aankondigt). Het starten van een fysieke transitie voor de leeftijd van twaalf jaar is echter uitzonderlijk, waardoor heel wat trans vrouwen per definitie uitgesloten worden. Bij diezelfde federaties moet er ten tweede ook sprake zijn van een testosteronniveau dat sinds de puberteit consequent lager ligt dan 2,5 nmol/l. Als je weet dat het gemiddeld testosteronniveau van vrouwen tussen de 0,5 en 2,3 nmol/l ligt, wordt duidelijk dat deze referentiewaarden zo goed als geen ruimte laten voor natuurlijke variaties. Bovendien heeft testosteron enkel het beoogde effect als er goed werkende receptoren zijn, en daar bestaat momenteel geen goede meetmethode voor. Tot slot hebben trans vrouwen vaak een officiële verklaring nodig, uitgereikt door hun overheid, waaruit blijkt dat hun juridisch geslacht vrouw is. Deze regel gaat echter voorbij aan het feit dat het in heel wat landen onmogelijk is om je geboortegeslacht te wijzigen. 

Drempels naast het veld

Naast inclusiecriteria ervaren trans personen heel wat andere drempels die het moeilijk maken om deel te nemen aan georganiseerde sport. Denk maar aan een gebrekkige toegang tot sportfaciliteiten zoals kleedkamers en toiletten, de aanwezigheid van discriminatie, intimidatie, transfobie en geweld, alsook de vele barrières die trans personen ervaren wanneer ze na een fysieke transitie opnieuw willen sporten. Zo voelen heel wat LHBT+ sporters zich niet op hun gemak in een sportclub, zijn ze bang voor reacties van anderen en durven ze zich niet te outen in hun sportclub. Ook een beperkte of gebrekkige toegang tot gezondheidszorg vormt een effectieve drempel voor heel wat trans personen die willen sporten. 

Om deze drempels weg te werken, werkten Sportieq en Out for the Win samen de praktijkgids ‘Gender en seksediverse personen in sport’ uit. Daarin wordt bijvoorbeeld advies gegeven over hoe sportorganisaties inclusief kunnen communiceren, hoe ze duidelijke en inclusieve richtlijnen voor deelname kunnen opstellen, op welke manier ze een beleid rond discriminatie kunnen opstellen en hoe ze kunnen zorgen voor inclusieve ruimtes. Ook internationaal bestaan goede voorbeelden. Zo mogen sporters deelnemen aan badmintonwedstrijden georganiseerd door Badminton Australia in de categorie die het best aansluit bij hun genderidentiteit en toonde een proefproject van de Duitse voetbalbond aan 

dat wanneer voetballers deelnemen in de categorie die het best bij hun genderidentiteit aansluit, de integriteit van competitie niet geschonden wordt. Ook in de Verenigde Staten is er verzet tegen de exclusie van trans personen in sport: scholen in Philadelphia geven geen gehoor aan Trumps decreet en laten trans personen deelnemen aan competitie, de gouverneur van Maine ging openlijk in tegen het decreet van Donald Trump in het Witte Huis en heel wat topatleten, zoals voetballer Megan Rapinoe, zwemmer Brooke Forde en tennisicoon Billie Jean King, spreken zich uit voor de inclusie van trans personen in de sport.

Toekomstperspectief

De voorbije jaren werden een aantal voorstellen opgeworpen om trans personen zo goed mogelijk te includeren in sport. Een van die voorstellen was het creëren van een open categorie waar iedereen aan mag deelnemen. Die open categorie wordt soms voorgesteld als extra categorie, soms als vervanging van de mannencategorie. In de praktijk werd echter duidelijk dat er zo goed als geen inschrijvingen zijn voor zo’n open categorie, en dat een open categorie zonder aandacht voor de (sociale) veiligheid van trans personen geen inclusieve maatregel is. Ook een handicap systeem, zoals in het zeilen, waar de winnaar niet per se degene is die als eerste finisht, of een indeling op basis van lengte, gewicht en lean body mass (= totale gewicht van je lichaam minus alle vetmassa) in plaats van op basis van geslacht, zijn gesuggereerd als inclusieve maatregelen. Bij dat laatste voorstel gaat het dan niet meer om wie het beste lichaam heeft, maar wel om wie dat lichaam het beste gebruikt.

Het is duidelijk dat er momenteel geen goede one size fits all oplossing is. Daarom pleiten experten uit verschillende organisaties, zoals Sportieq en Out for The Win, voor een systeem op maat. Zo zou meer kwaliteitsvol onderzoek moeten uitwijzen in welke sporten en disciplines trans atleten een oneerlijk competitief voordeel hebben ten opzichte van cis atleten zodat er op basis hiervan inclusiecriteria opgesteld kunnen worden. Om kwaliteitsvolle en eerlijke inclusiecriteria te kunnen opstellen, is het bovendien nodig dat sportorganisaties een breder kader rond veilig en ethisch sporten creëren voor elke atleet, en niet enkel voor trans atleten. 


In de pers:

Meer weten?

Aanraders uit de RoSa bibliotheek:

Op de hoogte blijven van RoSa thema's en actua?

Ontvang onze tweewekelijkse Pers:pectief waarin we een actueel of onderbelicht thema bespreken vanuit een genderperspectief, of kies voor onze driemaandelijkse Uitgelezen met tal van boekrecensies, interviews, de nieuwste aanwinsten in onze almaar groeiende collectie en nog veel meer, telkens rond één specifiek thema.

Schrijf je in