hier komen promoties & acties

Jaaroverzicht 2024 II: Soedan en de Democratische Republiek Congo

In januari blikt RoSa traditiegetrouw terug op het voorbije jaar. Het jaar 2024 bleek wederom een opvallend gewelddadig jaar op verschillende plaatsen ter wereld. Oorlog, genocide en verkrachting domineerden de actualiteit. In deel één van ons jaaroverzicht analyseerde RoSa vorige week de zaak Julie Van Espen en de zaak Pelicot in Frankrijk. Deze week zoomen we in op twee internationale onderwerpen die, in tegenstelling tot de zaak Pelicot, onderbelicht waren in onze media: het genocidaal en seksueel geweld in Soedan en de DRC.

Gepubliceerd op 30/01/2025

In een overzicht van het afgelopen jaar kunnen we niet heen om de vele oorlogen, systematische misdaden tegen de menselijkheid, ongestoorde oorlogsmisdaden en zelfs genocides die ook 2024 kenmerkten. Het aantal gewapende conflicten wereldwijd heeft de afgelopen jaren een zorgwekkend hoogtepunt bereikt, net zoals het aantal slachtoffers, doden en ontheemden. Toch kan de ene humanitaire crisis al op meer internationale aandacht rekenen dan de andere en dat heeft vaak niet met de menselijk tol te maken. Geografische nabijheid, ideologische resonantie, geopolitieke (eigen)belangen, maar ook de rol van gender, ras en religie spelen een cruciale rol in de internationale aandacht, verontwaardiging en hulp ten aanzien van een conflict.

Dat is ook te merken op sociale media, die onze ongelijke aandacht voor bepaalde conflicten uitvergroot door algoritmen die clicks willen genereren. Wat onze aandacht al heeft, wordt zo nog meer onder de aandacht gebracht. Toch is er ook een tegenbeweging op te merken. Hashtags als #congogenocide wijzen op de beperkte aandacht voor conflicten zoals die in de Democratische Republiek Congo, zeker in vergelijking met de genocide in Gaza, die op sociale media wel breed belicht wordt. Echter, door andere oorlogen en genocides door de lens van Palestina-Israël te benaderen, wordt de specifieke context en geschiedenis van oorlogen zoals die in DRC of Soedan over het hoofd gezien.

Omdat niet alleen aandachtspolitiek en publieke verontwaardiging, maar ook kennis cruciaal is voor beleidsdruk, internationale sancties en humanitaire hulp, zoomen we in dit jaaroverzicht in op het genderaspect van twee ‘vergeten’ oorlogen, die zich ‘ver van ons bed’ afspelen.

Gender in Soedans ‘vergeten’ oorlog

Soedan gaat al langer gebukt onder cycli van autoritair bewind, volksopstanden, gewapende conflicten en systematische mensenrechtenschendingen tot zelfs genocidaal geweld. In 1989 grijpt dictator Omar al-Bashir de macht via een militaire staatsgreep. Onder zijn bewind wordt het land geteisterd door corruptie en economische malaise, systematisch seksueel geweld tegen vrouwen en meisjes, en etnische zuivering van de zwarte, niet-Arabische bevolking, voornamelijk in Darfur. In 2018 maken volksopstanden een einde aan al-Bashirs dictatoriaal regime. Vrouwen en jongeren spelen hierbij een cruciale rol, zowel bij de organisatie van de protesten als op de straat zelf. Zo wordt de 22-jarige student Alaa Salah wereldwijd het gezicht van de revolutie en een nationaal icoon van moed.

Na de afzetting van al-Bashir moet een overgangsraad, bestaande uit civiele en militaire leiders, het land naar een democratie doen evolueren, maar de samenwerking is van korte duur. In 2021 pleegt generaal Abdel Fattah al-Birhan, leider van de Soedanese Strijdkrachten (SAF), een staatsgreep. Hij krijgt hierbij initieel de steun van een andere militaire leider, Mohamed Hamdan Dagalo - beter bekend als Hemedti - van de Rapid Support Forces (RSF). De twee kunnen het echter niet eens worden over de integratie en het leiderschap binnen een nieuw nationaal leger. In april 2023 escaleert een machtsstrijd tussen al-Burhan en Hemedti in een regelrechte burgeroorlog in hoofdstad Khartoum, waarna het geweld zich al snel verspreidt naar andere regio’s. Vooral Darfur kent opnieuw grootschalig geweld: de paramilitaire RSF en geallieerde Arabische militia plegen er genocide van de zwarte bevolking, waarbij onder meer de Fur, Masalit en Zaghawa gemeenschappen het doelwit zijn. Soms wordt taal gebruikt om een onderscheid te maken tussen mensen van kleur

De RSF gebruiken gendergerelateerd geweld om zwarte gemeenschappen te vernederen en hun sociale structuren te vernietigen. Talrijke misdaden tegen de mensheid worden door de RSF-milities zelf gedocumenteerd. Ze filmen zichzelf terwijl ze moorden, verkrachten en huizen in brand steken. Opvallend is de rol van gender in het geweld in Soedan: zwarte mannen worden op grote schaal vermoord, terwijl vrouwen systematisch worden verkracht maar meestal in leven worden gelaten. Dit patroon weerspiegelt diepgewortelde patriarchale gendernormen en veel voorkomende oorlogstactieken: omdat mannen worden gezien als strijders en tegenstanders, worden ze als het ware geëlimineerd. Vrouwen worden dan weer gereduceerd tot symbolen van (de andere) cultuur en om die reden gewelddadig vernederd en seksueel onderworpen. Op die manier wordt de sociale cohesie in zwarte gemeenschappen vernietigd. Het patriarchale beeld van mannen als potentiële bedreiging en vrouwen als “oorlogsprijzen” in gewapende conflicten is wijdverspreid, ook in de geschiedenis van Soedan, en voedt gendergerelateerd geweld in oorlogen. Dit versterkt niet alleen genderongelijkheid in de regio, maar toont ook hoe seksisme en racisme met elkaar verweven zijn en gebruikt worden om specifieke gemeenschappen te ontmenselijken.

Niet alleen ras en etniciteit, maar ook gender spelen een cruciale rol in het geweld: waar zwarte mannen vermoord worden, worden vrouwen op grote schaal verkracht.

Seksueel geweld als oorlogswapen

In regio’s waar de RSF aan de macht is, verkrachten militairen jonge meisjes en vrouwen systematisch, vaak voor de ogen van hun mannelijke familieleden. Seksueel geweld als oorlogswapen is helaas een terugkerend patroon in gewapende conflicten in Soedan. Momenteel worden vrouwen in sommige door oorlog verscheurde Soedanese steden, zoals Omdurman, verkracht in ruil voor eten. In andere, meer afgelegen regio’s worden zwarte mannen vermoord terwijl vrouwen worden ontvoerd en soms wel maandenlang vastgehouden, waarbij ze dagelijks en dikwijls in groep worden verkracht door RSF-soldaten en andere rebellen.

Seksueel misbruik in oorlogen en gewapende conflicten is een oorlogsmisdaad en fysieke aanslag die ernstig lichamelijk letsel nalaat, ziektes kan overdragen en kan leiden tot ongewenste zwangerschap en onvruchtbaarheid. Daarnaast is het een psychologisch wapen, dat de vijand vernedert en angst aanjaagt, en slachtoffers achterlaat met depressies, posttraumatische stress en schaamte. Mensenrechtenorganisaties rapporteren over een toename van zelfmoord bij slachtoffers van seksueel geweld. In sommige regio’s waar de RSF seksueel geweld pleegt, ontnemen meisjes en vrouwen zich zelfs preventief van het leven uit angst om verkracht te worden.

Internationale betrokkenheid

Hoewel zowel de EU als de VN acties ondernamen om de wapenstroom naar de RSF te beperken en betrokken (derde) partijen te sanctioneren, zijn er andere geopolitieke machten die de RSF ondersteunen en de oorlog aanmoedigen. Zo staan de Verenigde Arabische Emiraten (VAE) erom bekend een hand te hebben in het politieke bestel van verschillende Afrikaanse landen om zo toegang te verkrijgen tot waardevolle grondstoffen en geopolitieke invloed. Zo ook in Soedan en Chad, waar de VAE wapens, tanks en medische hulp leveren aan de RSF in ruil voor goud. Ook Rusland, China, Turkije, Servië en Iran leveren wapens in Soedan, die aan beide kanten van het conflict terechtkomen. Volgens experts zou Rusland van de oorlog misbruik maken om aan een lagere prijs goud te ontmijnen in Soedan of het simpelweg illegaal het land uit te smokkelen en hiermee haar eigen oorlog in Oekraïne te bekostigen. In dat licht is het opportunistisch dat Rusland in november 2024 als enige van de VN-raad haar veto uitsprak tegen een staakt-het-vuren in Soedan.

Wie ook fel bekritiseerd wordt, zijn de Verenigde Staten. Begin 2025 beschuldigde de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Anthony Blinken de RSF van genocide. Critici merken op dat deze veroordeling - acht maanden na dezelfde conclusie van de Human Rights Watch - niet alleen lakend laat komt, maar bovendien arbitrair is gezien de VS de genocide van Palestijnen in Gaza nooit als dusdanig heeft willen benoemen en zelfs consequent haar steun heeft uitgesproken voor Israël. Daarnaast wordt de Amerikaanse veroordeling weggezet als politiek gemakkelijk en pro forma, op de valreep voor de wissel van macht van president Biden naar Trump. Het suggereert dat de Biden-administratie de verantwoordelijkheid doorschuift, nadat het anderhalf jaar de tijd had om zelf actie te ondernemen. Dit duidt volgens experts dan ook op een symptomatische westerse benadering van Soedan en andere door oorlog verscheurde Afrikaanse landen, waarbij er eerder symbolisch wordt veroordeeld dan daadkrachtig actie wordt ondernomen om levens te redden.

Consequenties

Ondanks (beperkte) internationale pogingen om een staakt-het-vuren te realiseren, houdt het geweld aan in 2024. Aan het begin van 2025 lijkt de situatie bijzonder uitzichtloos. Met meer dan 11 miljoen mensen op de vlucht leidde de oorlog tussen twee generaals in Soedan tot een van de grootste massaverplaatsingen die onze wereld ooit gekend heeft. Het conflict veroorzaakte een humanitaire crisis buiten elke proportie. Er is een systematisch tekort aan voedsel en drinkbaar water. De VN schat dat meer dan 30 miljoen mensen, bijna de helft van de Soedanese bevolking, humanitaire hulp en dringende bescherming nodig hebben. De barre en onhygiënische omstandigheden in vluchtelingenkampen hebben bovendien een nieuwe golf van cholera ontketend. In sommige kampen werd malaria vastgesteld. Vrouwenrechtenorganisaties uiten bovendien hun bezorgdheid over de toename van vrouwelijke genitale verminking onder Soedanese vluchtelingen in Chad, hoewel de praktijk in beide landen illegaal is.

Seksueel geweld als oorlogswapen in de DRC

In de Democratische Republiek Congo (DRC) zijn miljoenen mensen op de vlucht, van wie minstens de helft kinderen. Hulporganisaties omschrijven de crisis, die al acht jaar op rij in de lijst van ‘vergeten crises' staat, als een van de meest ernstige humanitaire crises ter wereld. 

Inwoners van DRC zijn al decennialang slachtoffer van verschillende vormen van geweld, waaronder seksueel. In de vorige eeuw leidde Belgisch koloniaal geweld tot genocide van de lokale bevolking. Tussen 1885 en 1908 pleegde België, onder het bewind van koning Leopold II, wandaden in wat toen nog Congo-Vrijstaat was. België is verantwoordelijk voor ontelbare verminkingen, moorden, folteringen, ontvoeringen, verkrachtingen, hongersnoden, gijzelingen, epidemieën, en slavernij in het land tijdens die periode. Miljoenen Congolezen werden vermoord omdat België controle wilde over de natuurlijke rijkdommen (zoals rubber en ivoor) in Congo. Op 30 juni 1960 wordt Congo onafhankelijk verklaard. België laat het land instabiel en in volle politieke crisis achter, zonder structurele steun of hulp voor Congolezen om hun land herop te bouwen. 

De afgelopen 30 jaar zijn het voornamelijk lokale rebellengroepen (naar schatting zijn er in totaal 140 groepen actief) die geweld plegen. De inzet is nog steeds onder andere de toegang tot en controle over de waardevolle natuurlijke mineralen en metalen (zoals kobalt, koper en goud) waarover het land beschikt, en de biljoenen euro’s die ermee te verdienen zijn. 

In 2024 bereikt het conflict tussen het Congolese leger en de M23 militie, een militaire rebellengroep, een hoogtepunt. De militie heeft sinds 2021 controle over grote delen van het Oosten van het land, en eind januari 2025 vallen ze uiteindelijk ook de miljoenenstad Goma binnen. In die stad verblijven momenteel honderdduizenden inwoners die al eerder probeerden weg te vluchten van het geweld, uit vrees om vermoord, gefolterd en/of verkracht te worden. In 2024 worden verschillende rapporten en verhalen gepubliceerd waaruit blijkt dat mensenrechten geschonden worden en dat seksueel geweld en kindermoord gebruikt worden als wapen door de M23 militie.

In Sake, een dorp dat binnen het territorium van M23 valt, werd een focusgroep georganiseerd met dertien minderjarige meisjes. Ze werden bevraagd over hun ervaringen in de huidige oorlog. Twaalf van de dertien meisjes hebben verkrachtingen overleefd:

Data van Artsen zonder Grenzen bevestigen de explosie van seksueel geweld in Oost-Congo. In 2023 rapporteerde de organisatie nog dat ze 25.166 overlevers hebben verzorgd in DRC, twee behandelingen per uur dus. Van al deze slachtoffers is minstens 10% minderjarig. Het gebrek aan humanitaire hulp en de gebrekkige leefomstandigheden wakkeren dit geweld aan, verklaart AZG. Halverwege 2024 werd dat cijfer al overschreden. Alabre wijst erop dat de beschikbare data waarschijnlijk een onderschatting zijn van het werkelijke aantal: de meeste overlevers blijven stil omdat M23 wraak neemt op wie zich erover uitspreekt.

Ook vrouwen die willen wegvluchten zijn niet veilig of beschermd tegen seksueel geweld. Volgens de VN zijn meisjes en vrouwen extra kwetsbaar tijdens hun vlucht. Vrouwen die alleen vluchten, zwanger zijn, aan het hoofd van hun huishouden staan, een handicap hebben of ouder zijn, zijn bijzonder kwetsbaar. Omdat veilige vluchtroutes vaak ontbreken, worden deze vrouwen ook geviseerd door mensenhandelaars. Zij beloven deze vrouwen onderdak, een veilige route, of voeding in ruil voor andere diensten zoals gedwongen sekswerk. Ook na hun vlucht zijn deze vrouwen bijzonder kwetsbaar:

Dat vrouwenlichamen een extensie zijn van het slagveld, zoals Alabre het stelt, is dus meer dan duidelijk. We zien dezelfde patronen steeds terugkeren in oorlogsgebieden. Of het nu in Soedan, Oekraïne, Gaza, Afghanistan of Congo is: vrouwenlichamen worden systematisch ingezet als wapen. Verkrachting van mannen komt ook voor; zo werden Libische mannen sinds 2011 systematisch verkracht als oorlogsdaad. In het overgrote deel van de gevallen zijn vrouwen echter het slachtoffer.

Seksueel geweld als oorlogswapen blijft dus een groot probleem, ondanks het feit dat het Verdrag van Genève seksueel geweld tegen de burgerbevolking sinds 1864 erkent als een oorlogsmisdaad. Een van de verklaringen voor het voortbestaan van de praktijk is volgens journaliste en auteur Christina Lamb dat verkrachting, in tegenstelling tot kogels en geweren, geen geld kost en enorme angst aanjaagt, wat een efficiënte tactiek is voor wie een gebied van de vijand wil ‘zuiveren’. “Door de vrouwen te verkrachten, wordt een heldere boodschap naar de mannen gestuurd: 'Jullie slagen er niet eens in jullie vrouwen te beschermen.’ Zo voelt de tegenpartij zich impotent,” zegt Lamb.


In de pers:

Meer weten?

Aanraders uit de RoSa-bibliotheek:

Bron afbeelding: Canva

#Nieuwsbrief #Pers:pectief #Jaaroverzicht #2024 #RoSaSchrijft #Gender #Oorlog #Genocide #Rolpatronen #Mannelijkheid #Vrouwelijkheid #Seksueel #Geweld #Oorlogswapen #IHL #Soedan #DRC

Op de hoogte blijven van RoSa thema's en actua?

Ontvang onze tweewekelijkse Pers:pectief waarin we een actueel of onderbelicht thema bespreken vanuit een genderperspectief, of kies voor onze driemaandelijkse Uitgelezen met tal van boekrecensies, interviews, de nieuwste aanwinsten in onze almaar groeiende collectie en nog veel meer, telkens rond één specifiek thema.

Schrijf je in