hier komen promoties & acties

1970: Dolle Mina op Belgische bodem

Op 4 maart 1970 voeren de Vlaamse Dolle Mina's hun eerste actie. "Baas in eigen buik!", "Een rebelse meid is een parel in de klassenstrijd". Hun slogans worden luidkeels in de straten gescandeerd. Wie is er bang voor de Dolle Mina's?

Echo uit Nederland

Amsterdam1969. Mannelijke en vrouwelijke studenten slaan de handen in elkaar voor een linkse revolutie en ontketenen zo een resem studentenprotesten. Of zo lijkt het toch… In werkelijkheid nemen de mannen maar al te vaak de organisatorische  en politieke beslissingen, en krijgen de vrouwen "vrouwentaken" toebedeeld zoals broodjes smeren voor de actievoerders. Een groep ontgoochelde vrouwen – en mannen! – pikt dit niet langer en besluit daarom over te gaan tot een revolutie binnen de revolutie. Aanvankelijk willen ze door directe actie op straat de aandacht vestigen op vrouwendiscriminatie, maar al gauw groeien deze acties uit tot een heuse beweging met een eigen politieke visie.

Ze noemen hun groep Dolle Mina. In geen tijd breidt hun werkterrein zich uit buiten de universiteit en is hun doel niets minder dan een feministische samenleving verwezenlijken waarin iedereen gelijk is. Vanaf januari 1970 overspoelt Dolle Mina heel Nederland met opvallende en ludieke acties zoals het dichtbinden van urinoirs, het uitdelen van condooms, het naroepen en nafluiten van mannen om straatintimidatie ten aanzien van vrouwen aan te kaarten,… Hun acties kunnen telkens op heel wat media-aandacht rekenen, een bewuste strategie van Dolle Mina om zo via de pers een nog breder publiek te bereiken met hun boodschap.

Dolle Wilhelmina

De Dolle Mina’s kiezen hun naam niet zomaar. Het is een eerbetoon aan Wilhelmina Drucker (1847-1925), die ze post mortum de erkenning willen geven die ze verdient als baanbrekende socialistische feminist. Drucker, zelf kind van een economisch achtergestelde en alleenstaande moeder, realiseert zich al vroeg dat sommigen onrechtvaardig rijk en anderen onrechtvaardig arm zijn, en dat vrouwen daarbij disproportioneel aan het kortste eind trekken vanwege hun achtergestelde positie op de arbeidsmarkt. Voor alleenstaande vrouwen is het vaak moeilijk om de touwtjes aan elkaar te knopen.

Drucker sluit zich daarop aan bij de Nederlandse socialistische beweging, waar ze ontzet is over het feit dat vrouwen er zelden aan het woord worden gelaten. Ze richt de Amsterdamse Vrije Vrouwenbeweging op met als doel “het bevorderen van het maatschappelijk belang der vrouw en hare geestelijke en staatkundige ontwikkeling”. In tegenstelling tot de suffragettes, die met het lot van vrouwen in het algemeen begaan zijn (maar in de praktijk vooral middenklasse, witte vrouwen verdedigen), komt Drucker specifiek op voor arbeidsters. Vrouwenemancipatie is volgens haar slechts mogelijk als die samen gaat met een socialistische revolutie. Bovendien stelt ze de strenge fatsoensnormen van haar tijd ernstig in vraag en laat ze geen spaander heel van heilige huisjes zoals het burgerlijk huwelijks- en vrouwelijkheidsideaal.

4 maart 1970: de Belgische Mina's staan op

Enkele maanden na de start in Nederland ontstaan ook Belgische Dolle Mina-groepen. De eerste is Dolle Mina Antwerpen. Met de slogan “Vrouwen hebben ook recht op longkanker” trekken de Antwerpse Dolle Mina’s op 4 maart 1970 voor het eerst de straat op. Doelwit: een verzekeringskantoor in Antwerpen waar mannen wel, maar vrouwen niet mogen roken. Gewapend met pamfletten en sigaren trekken zij ten strijde.

Ludieke acties, mediagenieke slogans en ironische toon zijn het handelsmerk van Dolle Mina.

"Mevrouw, waarom bent u verplicht stiekem op de damestoiletten uw kankerstokje te gaan roken, terwijl uw mannelijke collega's in de burelen de lucht mogen verpesten? Misschien wil uw direktie u tegen kanker beschermen en betaalt ze u minder loon om te verhinderen dat u aan uw behoefte zoudt toegeven? Misschien past uw direktie een taktiek toe op lange termijn om meer promotiekansen voor de vrouw te scheppen door uw mannelijke kollega's eerder naar het graf te sturen?" staat te lezen op de flyer bij de actie. Met op de ommezijde het eisenpakket waar het werkelijk om gaat: gelijke rechten voor mannen en vrouwen, thuis en op de werkvloer. Met deze actie was Dolle Mina in België een feit.

Na Antwerpen volgen al snel ook Gent, Brussel, Oostende en Leuven Dolle Mina-groepen. Kenmerkend voor de groepen is de afwezigheid van een officiële voorzitter of leider, en de eerder informele sfeer. Toch is er sprake van enkele spilfiguren zoals Ida Dequeecker, Roos Proesmans en Chantal De Smet. De eerste acties zijn, naast gelijk loon voor gelijk werk, vaak gericht op het tekort en de dure kostprijs van kinderopvang, wat vrouwen verhindert om deel te nemen aan de betaalde arbeidsmarkt. Daarnaast voeren de Dolle Mina's ook heel wat actie rond de legalisering van abortus, toegang tot (gratis) anticonceptie en seksuele voorlichting. Dat wordt hen niet altijd in dank afgenomen. Tot slot voeren ze geregeld actie voor meer vrouwen in de politiek, voor een beter juridisch statuut voor de (gehuwde) vrouw, tegen het seksistische vrouwbeeld in de reclame, tegen het dwingende schoonheidsideaal, ... Hun politieke agenda is uitgebreid en ambitieus, en onderbouwt met een socialistische en radicaal feministische visie.

“Een rebelse meid is een parel in de klassenstrijd”

Al vanaf haar ontstaan neemt Dolle Mina het standpunt in dat de emancipatie van de vrouw pas mogelijk is in een socialistische samenleving. Een wereld waarin elke mens gelijk is, en goederen, beslissingsrecht en werk rechtvaardig verdeeld worden. Net zoals haar voorbeeld Wilhelmina Drucker voert Dolle Mina een dubbele strijd tegen het patriarchaat dat mannen bevoordeelt, en tegen het kapitalisme dat de meeste mensen – mannen én vrouwen – tot slaven maakt voor de winst van een handjevol rijken. Vanuit deze socialistische insteek vinden de Mina’s het belangrijk om niet tegen, maar samen met mannen te vechten tegen de bestaande structuren die sociale ongelijkheid in stand houden. 

Dolle Mina heeft een duidelijke politieke visie en doordachte strategie, gebaseerd op socialistische en radicaal feministische inzichten. 

Formeel houdt Dolle Mina afstand van eender welke politieke partij. Daarmee is ze de eerste autonome vrouwenorganisatie in België, hoewel enkele individuele Mina’s wel banden met (socialistische) politieke partijen of organisaties.

De marxistisch-feministische revolutie moet, volgens de Dolle Mina's, bovendien hand in hand gaan met een seksuele revolutie. Ongelijke seksuele machtsverhoudingen zijn uit den boze, en taboes en remmingen moeten overboord gegooid worden. Dolle Mina levert bovendien kritiek op de manier waarop het vrouwenlichaam voorgesteld wordt in de pornografie en in de reclame. “Pornografie geeft een beeld van de vrouw geponeerd in het seksualiteitskader van de mannen. Mannen zien, dromen en verkopen seksualiteit op hun manier en het is in deze mannelijk bepaalde wereld van afbeeldingen (…) dat vrouwen een rol toebedeeld krijgen, opgedrongen en te slikken krijgen”, klinkt het in het tijdschrift van Dolle Mina. Met de dubbele seksuele moraal moet worden afgerekend en het huwelijk met haar monopolie op seks is, dixit de Mina's, een hopeloos verouderde instelling die moet worden afgebroken.

1971: Infiltratie verkiezing Miss België

In vergelijking met de Nederlandse Dolle Mina’s gaat het er in België minder hevig aan toe. Toch krijgen de Belgische Mina’s een royale portie media-aandacht, wat hen publiciteit oplevert. Vooral in de beginjaren 1970 en 1971 staan de kranten vol met nieuws over Dolle Mina, soms spottend maar vaak ook sympathiserend. Kranten en televisie zijn niet weg te slaan van die hippe meiden met hun spraakmakende campagnes. Imago is dan ook belangrijk voor de Mina’s: door zich uitdagend en vrolijk op te stellen, proberen ze komaf te maken met het heersende beeld van timide en brave vrouwen enerzijds, en van verzuurde mannenhatende feministen anderzijds.

Tegelijkertijd protesteren ze fel tegen fenomenen zoals schoonheidswedstrijden die vrouwen objectiveren en seksualiseren. Zo zet Dolle Mina - in samenwerking met het Brusselse Front de Libération des Femmes - de Miss België verkiezing van 1971 op stelten door middel van een infiltrant. 

Tijdens de grote finale, live op televisie, springt plots één van de finalisten, Danielle Colardyn, uit het rijtje met de uitroep: "Nee aan de uitbuiting van de vrouw!". Vanuit het verbouwereerde publiek springen Dolle Mina's op het podium met spandoeken en flyers: "Wij zijn geen vee!" Dolle Mina beschouwt Miss-verkiezingen als "vernederende vleesparades" die vrouwen in de culturele beeldvorming verankeren als lustobjecten. Ook plakken Dolle Mina en het Front voor aanvang van deze verkiezing de Brusselse en Antwerpse straten vol met posters met daarop de niet mis te verstane boodschap "Miss België = veewedstrijd".

Naast de spontane en vrolijke acties beginnen de Mina’s na een tijdje ook discussies te organiseren en zich in volle ernst te verdiepen in hun thema’s, om geïnteresseerden te woord te kunnen staan. Zo worden er verschillende brochures uitgegeven, waarvan enkele te vinden zijn in de RoSa bibliotheekcollectie.

Hoe Dolle Mina aan haar einde komt

De wilde periode van actievoeren en vergaderen is echter geen lang leven beschoren. Zodra het nieuwe eraf is en de acties geen sensatie meer uitlokken bij het publiek, breekt er verdeeldheid uit over de te varen koers. Tegen 1972 zijn alle Belgische Dolle Mina-groepen uiteengevallen, behalve die van Gent. Door de bewust informele organisatie en het tekort aan geld en steun verliezen kleine, autonome groepen immers vaak hun populariteit na de beginfase van spontane sympathie. Ondertussen winnen grote niet-autonome groepen steeds meer leden voor zich.

In 1973 geeft Dolle Mina Gent, de enige nog actieve kern, voor het eerst haar blad De Grote Kuis uit. Dit is een interessant tijdschrift voor wie de geschiedenis van de Vlaamse vrouwenbeweging wil bestuderen, en ligt ter inzage in de RoSa-bibliotheek. Na verloop van tijd halen de Gentse Mina’s nauwelijks nog wilde acties uit, maar verdiepen ze zich in volle ernst in hun thema’s om hun directe omgeving en geïnteresseerde pers te kunnen informeren en sensibiliseren over hun socialistisch geïnspireerde, radicaal feministische visie. Er wordt gediscussieerd, gefilosofeerd en vergaderd.

Op het einde van de jaren 1970 treedt Dolle Mina Gent toe tot de Fem-Soc Beweging, een verzameling van linkse vrouwengroepen. Dolle Mina gaat vanaf dan ‘professioneler’ te werk en overstijgt het lokale: de Gentse organisatie opereert nu in heel Vlaanderen. De werkthema’s van de Gentse Mina’s blijven na 1973 vrijwel beperkt tot abortus en vrouwenwerkloosheid. In de jaren 1980 bloedt Dolle Mina Gent langzaam dood.

Erfenis van Dolle Mina in België

Ondanks haar korte periode van glorie en ondanks het feit dat Dolle Mina geen rechtstreeks aantoonbare invloed heeft gehad op beleid of geleid tot structurele veranderingen, heeft de beweging de samenleving wel het een en ander nagelaten. Dolle Mina spreekt door haar ongebondenheid vrouwen aan die voorheen nergens terecht konden met hun feministische sympathieën. Hierdoor brengt Dolle Mina in 1970 de vrouwenbeweging in een stroomversnelling. 

De belangrijkste realisatie van Dolle Mina is misschien wel het democratiseren van het feminisme: brede lagen van de bevolking maken dankzij Dolle Mina kennis met feministische ideeën.

Hoewel hun boodschap vaak minder serieus genomen wordt dan ze zelf voor ogen hebben, hebben ze als drukkingsgroep een belangrijke rol gespeeld in een algemene mentaliteitswijziging. Vrouwen- en politieke organisaties nemen sommige van hun eisen over, en het publieke debat over voorheen onaantastbare thema’s (zoals abortus) wordt mede dankzij Dolle Mina opengetrokken. Tot op vandaag spreekt het imago van Dolle Mina tot de verbeelding. In België en Nederland zijn ze zowat de belichaming van het radicale, socialistische tweede golf feminisme.


Meer weten?

Aanraders uit de RoSa-bibliotheek: